Sachli Gholamalizad
‘Het is tijd om meer met elkaar te praten.
Praten kan je leven en je wereld veranderen.’
Sachli Gholamalizad (°1982) speelde de bevallige barvrouw in de videoclip van Dez Mona’s Suspicion en imponeerde onder meer in de VTM-reeks De Bunker als Farah Tehrani. Maar ze scoort vooral met haar integer theater. Met de solo A Reason To Talk (2013) viel ze in de prijzen tijdens Theater Aan Zee. In De Steiger speelt ze nu haar tweede solo: (Not) My Paradise.
Zegt u eens, waar is het paradijs en hoe geraken we er?
Sachli Gholamalizad: Het ‘paradijs’ is natuurlijk een beladen term. Verlangen naar het paradijs is een onmogelijk verlangen. De titel (Not) My Paradise verwijst naar een vraag die ik als kind vaak aan mijn moeder stelde: ‘Waarom zijn we uit Iran verhuisd? We hadden daar zo veel schoonheid. We waren er gelukkig.’ In België voelde ik me niet aanvaard. Dus bleef ik zoeken naar een plek waar ik wel gelukkig zou zijn, naar een ‘paradijs’. Die plek heb ik gevonden: mijn kunst. In mijn eerste solo zette ik die vraaggesprekken met mijn moeder voort. Ik stelde vragen over ons verleden, over onze moeilijke relatie. Zo groeide het besef dat ik mijn moeder pas echt zou begrijpen als ik terug zou keren naar haar wereld: mijn familie in Iran. Iran is geen onbekend land voor me. Ik ben er graag en heb er mijn vrienden en mijn plekjes. Maar mijn familie bezoek ik zelden. Ik ben opgegroeid zonder hen. Ik mis hen dus niet. Het uitgangspunt van (Not) My Paradise was dat ik nu voor hén naar Iran reisde. Ik wilde de ooms ontmoeten die volgens een tante dé boemannen van de familie waren.
Waarom wilt u dit pijnlijke familieverhaal vertellen?
Gholamalizad: Omdat het toont hoe praten met elkaar ervoor zorgt dat we elkaar leren begrijpen en dat we minder terugvallen op onze vooroordelen. Door te luisteren naar mekaar kunnen we weer – en, sorry dit zal klef klinken – verwondering voor de wereld en elkaar voelen. Praten verandert je leven en wereld. Dankzij die eerste solo begrijp ik mijn moeder beter, dankzij (Not) My Paradise begrijp ik de familievete beter. De vete draait om de verdeling van een stuk grond – eigendom van mijn grootvader – dat deels door de natuur vernietigd is. Daardoor is die solo evengoed een pleidooi om meer respect op te brengen voor het ritme van de natuur. Zonder prekerig te worden! Er schuilt een pastoor in me maar ik snoer die kordaat de mond. (Lacht)
Is dat de reden waarom u amper spreekt tijdens het stuk?
Gholamalizad: Waarom zou ik het hoogste woord voeren in een stuk waarin ik mijn familie respectabel portretteer? Ik vertel graag verhalen maar ik hoef niet zo nodig in het middelpunt van de belangstelling te staan. Tijdens mijn reis filmde ik alle gesprekken. Die interviews monteerde ik tot de film die ik tijdens de voorstelling projecteer in het decor waarin ik sta, zit, lig en me opmaak. Af en toe neem ik het woord maar het draait om de mensen die ik spreek. Daarom toon ik evenmin de schoonheid van Iran. Je ziet de ‘gewone’ plekken waar mijn familie woont. Of beter: een deel van mijn familie. Alle kinderen van mijn oudste oom wonen verspreid over de hele wereld. Hij denkt dat ze gelukkig zijn. Hij weet niet hoe ze hebben afgezien in vluchtelingencentra. Ook met hen sprak ik. Dat interview knipte ik er vlak voor de première uit omdat de voorstelling te lang duurde. Nochtans houd ik van die trage manier van vertellen. Daar is vandaag nood aan.
Net zoals er nood is aan politici die zorgen dat u terug naar de USA mag reizen?
Gholamalizad: Ik heb een Belgisch en een Iraans paspoort. Iran staat sinds 27 januari 2017 op Donald Trumps lijst met landen wiens burgers niet meer naar Amerika mogen reizen. Mijn Belgisch paspoort blijkt op zulke momenten minder belangrijk te zijn dan mijn Iraans paspoort. De sfeer die nu in Amerika hangt, herken ik. Het is de sfeer die in Iran hing tijdens de jaren tachtig en die mijn ouders deed vluchten. Dat maakt me bang. Alles loopt uit de hand en onze klungelige politici verkloten de toekomst van onze kinderen.
Wat moet er van de kinderen worden die ik eventueel op de wereld zal zetten? Daarover zal het slotdeel van mijn solotrilogie gaan. De vraag of ik kinderen wil, koppel ik aan een gesprek met kinderen van de zogeheten ‘derdegeneratieallochtonen’. Zij leven nog steeds met het gevoel niet welkom te zijn in het land dat hun geboorteland is. Ik denk ook na over een stuk voor jongeren. In mijn puberteit belandde ik in een depressie, deels door hoe ik op school ‘opgevangen’ werd. Er waren twee kampen onder de leerkrachten: sommigen werkten graag met me, anderen wilden me zelfs niet in de klas …
Verdeelt (Not) My Paradise het publiek in twee kampen?
Gholamalizad: Neen, maar het publiek moet zich wel aan het trage ritme overgeven. Je ontdekt met mij dat je mensen – mijn ooms, de vluchtelingen, ‘vreemden’, … – leert waarderen als je naar hen luistert. Door zulke inzichten verbetert kunst mijn én de wereld. Natuurlijk kan je ook over de liefde prachtige verhalen maken – ik hoop dat ooit te doen – maar als kunstenaar draag je een verantwoordelijkheid om verhalen te vertellen die er nu toe doen en een ander perspectief op de werkelijkheid aanreiken.
(Els Van Steenberghe)