Tutu Puoane

‘Je moet het leven op je af durven laten komen’

De in Zuid-Afrika geboren en in Antwerpen wonende jazz-zangeres Tutu Puoane strijkt met haar band – onder wie echtgenoot en jazzpianist Ewout Pierreux – neer in De Steiger voor een avond waarin ze haar warme, soulvolle stem leent aan, onder meer, de nummers van Canadese singer-songwriter Joni Mitchell én de gedichten van de Zuid-Afrikaanse dichteres Lebogang Mashile. 

Joni Mitchell is dankzij hits als Big Yellow Taxi (1970) of River (1971) geen onbekende. Maar weinig mensen kennen Lebogang Mashile. Wie is zij?  

Tutu Puoane: Lebogang en ik zijn generatiegenoten. We zijn geen ‘best friends’ maar we waarderen elkaar erg. Zij is een van de belangrijkste dichters uit Zuid-Afrika. Ik houd van haar werk. Wanneer ik haar gedichten lees, dan heb ik zin om ze te zingen. Dat is wat ik nu ga doen. Hoe? Dat weet ik nog niet. Het kan een concert worden met gedichten-die-liedjes-geworden-zijn. Maar de kans is even groot dat ik een muziektheatervoorstelling met gezongen en gesproken teksten breng. Lebogang schrijft over zaken waar ik nog nooit over gezongen heb. Zaken zoals verkrachting of zinloos geweld. Dat zij daarover schrijft, is niet vreemd. In de Zuid-Afrikaanse samenleving zijn verkrachtingen en moord schering en inslag. 

Wilt u tijdens uw concert een politieke of maatschappijkritische boodschap meegeven?

Puoane: O neen, hoor. Zeker niet. Ik wil die gedichten vooral brengen omdat ze me als muzikante uitdagen. Ik wil de juiste melodie bij de juiste woorden vinden. Uiteraard, kan en mag je niet blind zijn voor wat er in de wereld gebeurt. Maar het is niet omdat je op een podium staat dat je een activist bent of moet zijn, hé? Ik koosniet voor een leven als activist, ik koos voor een leven als muzikante. Dat wil overigens niet zeggen dat ik de wereld niet binnenlaat tijdens mijn concerten. Toen in 2012 een wilde schutter in een basisschool in het Amerikaanse Newtown twintig kinderen en zes volwassenen vermoordde, hoorde ik net voor ik moest optreden dat het zesjarige dochtertje van jazzsaxofonist Jimmy Greene ook was doodgeschoten. Die avond hebben we niet het programma gespeeld dat we normaal zouden spelen. Dat ging simpelweg niet. Ook de sfeer in de zaal, de stad waar die zaal staat en de sfeer in het publiek bepalen welke nummers we brengen. 

Onder die nummers horen tijdens het concert in Menen wellicht ook songs van Joni Mitchell. Waarom bewondert u haar? 

Puoane: Toen ik studeerde aan het conservatorium in Kaapstad, vroeg één van mijn docenten of ik wist wie Joni Mitchell was. Dat wist ik niet. Ik kende haar naam wel maar niet haar muziek. Mijn docent gaf me de plaat Mingus (1979) mee en een wereld ging voor me open. Ik werd in eerste instantie niet zozeer geraakt door wat ze zong maar door hoe ze zong – haar hoge, enorm soepele stem – én door de manier waarop ze haar songs opbouwde, samen met jazzbassist en componist Charles Mingus. Mingus is nog steeds een van mijn lievelingsplaten. Nu ik bijna veertig ben en gelééfd heb – ik werd verlaten, ik werd bemind door een man die ik niet beminde, ik heb een gezin, …. – begrijp ik haar teksten nog beter en voel ik me klaar om haar songs te brengen. Dus tour ik al sinds dit voorjaar met The Joni Mitchell Project. Tutu Puoane sings Joni Mitchell door Vlaanderen. 

Wilt u uw publiek raken met de woorden of met de melodieën? 

Puoane: Ikzelf word altijd eerst geraakt door de muziek. Maar ik wil het publiek niet opleggen waardoor het geraakt moet worden. Of hoe. Zolang ze maar geraakt worden. Zolang ze zich maar durven over te geven aan de muziek. Het Belgische publiek is sowieso wat meer verlegen. Ik denk dat dit door de opvoeding komt. Ik groeide op al zingend, letterlijk. Soms communiceerden wij op de kleuterschool in Pretoria al zingend met elkaar. En als onze buurvrouw weer eens ruzie had gemaakt met haar man, dan legde ze altijd Terry Reid op. Ook hier communiceren kinderen al zingend. Maar merk óók dat veel ouders daar afwijzend op reageren: ‘Doe eens normaal, jong’, hoor ik hen dan zeggen tegen hun zingend kind. Hoezo, doe eens normaal? Zingen is volstrekt normaal, hoor! Door zingende kinderen te berispen, creëer je volwassenen die niet meer durven te zingen. Mensen worden hier ingeprent om hun gedrag zo ‘minimaal’ en onopvallend mogelijk te houden. Daardoor is er schroom om eens openlijk all the way en maximum te gaan. Dat is toch spijtig?

Waar gaat u het liefst ‘all the way’?

Puoane: Op een podium zou een logisch antwoord zijn. En dat is ook zo. Maar de plek waar de beste ideeën ontstaan omdat ik op de meest ontspannen manier mezelf kan zijn, dat is de badkamer. In drukke tijden neem ik elke dag een douche. Maar ik schuif heel geregeld kalme tijden in mijn agenda. Ik groei graag rustig van het ene project naar het volgende project. Tijdens die rustiger perioden, neem ik een zalig bad. En dan borrelen de ideeën vanzelf wel op. Of ik een concert wil brengen dat aanvoelt als een warm bad? (Lacht). Misschien wel. Ik wil de mensen een goede avond bezorgen, een feestje. Een ode aan de durf om het leven te nemen zoals het komt. 

(Els Van Steenberghe)